De Rutaceae, de wijnruitfamilie, bestaat uit tropische heesters en bomen. Wij hebben de bomen onderzocht met de geslachtsnaam Zanthoxylum. De soorten die we hebben onderzocht zijn de simulans, de piperitum en de giraldii. Het aparte aan deze bomen zijn de grote stekels op de stam. Per twee bladeren is er een splitsing. Op elke splitsing zit een stekel. Ook hebben de bomen een korte hoofdstam. De bladeren zijn veer nervig, wat betekent dat als je ze bekijkt, de nerven in het blad eruit zien als een veer.
De bloemen van de Rutaceae komen zelden met meerdere bloemen op een locatie voor. Ze worden vooral bestoven door insecten. Ze zijn vaak radiaal symmetrisch, en in het algemeen hermafrodiet. Ze hebben vier of vijf kroonbladen en kelkbladen die veelal gescheiden zijn. Ze hebben ongeveer acht tot tien meeldraden die vaak apart staan. De vrucht van Rutaceae kan erg verschillen: ze kunnen bessel, steenvruchten, maar ook citrusvruchten zijn. Ook het aantal zaden variƫert sterk tussen de soorten.
In de botanische tuin hebben wij de volgende soorten bekeken:
Zanthoxylum simulans (geelhout), Zanthoxylum piperitum (japanse peper) en Zanthoxylum giraldii (geelhout). De kenmerken die wij bij alle soorten hebben gevonden zijn als volgt: Op de stam bevatten alle planten grote stekels. De planten hebben veernervige bladeren, waarbij er twee bladen per knoop voorkomen. Bij elke knoop komen ook stekentjes voor. De planten hebben kleine bladeren.
In ons literair onderzoek kwam vooral naar voren dat deze planten kleine, rode bessen hebben, en kleine bladeren. Dit klopt met onze bevindingen in de tuin, gezien het feit dat het waarschijnlijk niet het goede seizoen is voor de rode bessen (en wij die dus niet hebben gezien).